AED locaties in Zijtaart
De afkorting AED staat voor Automatische Externe Defibrillator. De termen defibrillator, AED en Automatische Externe Defibrillator worden vaak door elkaar gebruikt, maar het betekenen hetzelfde.
Een AED is een draagbaar apparaat dat wordt gebruikt om mensen met een hartstilstand een elektrische schok toe te dienen. Deze elektrische schok reset het hart door het heel even stil te leggen, met als doel om het hart weer in een normaal ritme te laten kloppen.
Hierbij de adressen waar u in Zijtaart een AED kunt vinden:
- VOW, Sportpark De Vonders (bij de kleedlokalen)
- Pastoor Clerxstraat 50, Dorpshuis Zijtaart (zijkant)
- Pastoor Clerxstraat 18
- Biezendijk 33
- Zondveldstaart 10a
- Sweenslag 6, (Thomashuis Erp)
- Hool 48 Erp
- Doornhoek 4045, Veghel (Greenpoint benzinepomp)
Op deze kaart kunt u de locaties vinden, vaak staat er een foto bij waar hij precies hangt. Wij adviseren u om eens te kijken waar de AED's hangen, zodat u in een noodsituatie deze apparaten blindelings kunt vinden.
Het gebruik van een AED
AED’s zijn gebruiksvriendelijke apparaten die stap voor stap uitleggen wat de hulpverlener moet doen.
Wanneer gebruik je een AED?
Een AED wordt ingezet bij slachtoffers van een hartstilstand of een hartritmestoornis. Echter, in de praktijk is niet altijd duidelijk of hier sprake van is. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat iemand op de grond valt en niet bij kennis is, maar wel op een normale manier ademhaalt. In dit geval hoeft er geen AED te worden aangesloten. Slachtoffers van een hartstilstand hebben namelijk geen normale ademhaling. Is er twijfel over de ademhaling van het slachtoffer? Sluit dan altijd de AED aan. De AED geeft nooit een schok af als dat niet nodig is.
Wie mag een AED gebruiken?
In principe mag en kan iedereen een AED gebruiken. Een AED is juist bedoeld voor niet-medische hulpverleners en vertelt je dan ook stap voor stap wat je moet doen. Toch wordt het geadviseerd om een reanimatietraining te volgen, aangezien dit de kwaliteit van het reanimeren verbetert en dus ook de overlevingskans van het slachtoffer.
Hoe gebruik je een AED?
Een AED is voorzien van twee elektroden die op de borstkas van het slachtoffer geplakt kunnen worden. Deze elektroden meten de hartslag. Op basis van deze informatie kan de AED meten of er sprake is van een verstoord hartritme en of het nodig is om een elektrische schok toe te dienen.
Om succesvol een schok toe te dienen moet er eerst voldoende elektrische activiteit in het hart aanwezig zijn; het heeft geen zin om een hart te resetten als er al niets meer in het hart gebeurt. Wat is dit voor elektrische activiteit? De hartspier krijgt een elektrisch signaal voordat deze samentrekt. Dit elektrische signaal komt uit een knoop (de sinusknoop of de AV-knoop) dit wordt ook wel het elektrische geleidingssysteem genoemd. De elektrische signaaltjes bewegen zich als een golf over het hart. Ze dienen dus als het ware als een elektrische toevoer van het hart zodat de boezems en kamers samen kunnen trekken.
Als er onvoldoende elektrische activiteit aanwezig is dan zal de AED geen schok adviseren, maar instructies geven om te starten met reanimeren en borstcompressies uit te voeren. Deze borstcompressies zorgen er voor dat er bloed in en uit het hart wordt gepompt, waardoor de elektrische activiteit weer toeneemt. Hierna kan er vaak alsnog een schok worden toegediend.
Hoe werkt een AED
Bij de meeste AED’s moet de hulpverlener zelf de schokknop indrukken, er zijn echter ook toestellen die uit zichzelf de schok toedienen (nadat er is afgeteld). Na een schok kan de AED ook weer aangeven dat de hulpverlener door moet gaan met de borstcompressies.
Naast gesproken instructies geven sommige AED’s ook visuele instructies (door middel van oplichtende icoontjes). Dit kan erg handig zijn in rumoerige omgevingen. Daarnaast zijn er AED’s die de kwaliteit van de reanimatie meten en hier feedback op geven.
Verschillen tussen een volautomatische en semiautomatische AED
Een volautomatische AED is een defibrillator die uit zichzelf een elektrische schok toedient; de hulpverlener hoeft dus niet zelf de schokknop in te drukken. De AED voert een analyse uit en geeft op basis van deze informatie aan of er een schok toegediend moet worden. Als dat het geval is dan telt de AED af en wordt er vervolgens automatisch een schok toegediend. Doordat de AED eerst aftelt, duurt het langer voordat er een schok kan worden toegediend. Dit verkleint de kans op een succesvolle afloop.
Bij een halfautomatische AED moet de hulpverlener zelf de schokknop indrukken. De AED voert altijd eerst een analyse uit en meet of er een elektrische schok toegediend moet worden. Als dit het geval is zal de AED dit door middel van gesproken en/of visuele instructies aangeven. De hulpverlener kan vervolgens de oplichtende schokknop indrukken waarna de schok direct wordt afgegeven. De tijd tussen het reanimeren en het toedienen van de schok wordt in dit geval zoveel mogelijk beperkt; dit vergroot de overlevingskansen van het slachtoffer aanzienlijk.
Hoeveel energie geeft een AED shock af?
De energieniveaus van een elektrische schok verschilt per merk en type AED. Deze energieniveaus worden uitgedrukt in Joules (J). Zo hebben sommige AED’s een constant hoog energieniveau (360J), en andere een oplopend energieniveau die start met 150 tot 200J en per gegeven schok omhoog gaat.