| NIEUWS
Een ongewone kerststal
In mijn oude parochie - ik herinner me het nog goed - stond een bijzondere kerststal. De beelden erin zagen eruit als hadden Maria en Jozef, het Kind en de herders het syndroom van Down. Al vlug werd ik gebeld door een journalist. Deze wilde me in de mond leggen, dat de R.K. Kerk daar toch wel tegen moest zijn. Ik probeerde hem van het tegendeel te overtuigen. Maar dat vond hij niet prettig. Uiteindelijk moest hij natuurlijk een stukje sensationeel en smeuïg nieuws brengen. En dat lukte hem zo niet.
Toch bleef zijn vraag nog een tijdje bij me naklinken. Hoe meer ik ging nadenken over die bijzondere uitbeelding van de kerststal des te boeiender begon ik het te vinden. De kerststal is namelijk een Middeleeuwse uitvinding. Met name Franciscus van Assisië heeft zich er sterk voor gemaakt. Hij wilde dat het kerstverhaal werd uitgebeeld voor de armen, voor de mensen die niet in staat waren om de bijbel te lezen. Elke kerststal werd zo een interpretatie van de bouwer ervan. De beelden werden vaak aangekleed in de mode van de tijd. Ze gaven uitdrukking aan de armoede, aan het lijden van mensen. Het kerstverhaal werd een verhaal van mensen zelf. Ze kregen heel uitdrukkelijk een plaats in het aloude evangelie. Ze werden zelf 'herder in het veld'. Of ze identificeerden zich met Maria of Jozef, omdat ze zelf ook voelden dat er bij de machthebbers ook voor hen geen plaats was. In Jezus herkenden ze iemand die solidair met hen was. Ook Hij had geen steen om zijn hoofd op te laten rusten. Ook voor Hem was er geen plaats bij de mensen. Dat was al duidelijk van in het begin. En Mattheus doet ons verstaan dat Hij als klein Kind al op de vlucht moest met zijn ouders. En dat bleef zo totdat 'vluchten niet meer kon'. Hij werd slachtoffer van intriges en geweld. Kribbe en kruis liggen in elkaars verlengde. Voor mensen van alle tijden heel herkenbaar.
Als wij naar de kerststal kijken raken we vertederd. Een jonge vader en moeder en hun Kind: wie spreekt dat niet aan. Toch blijven de beelden spreken van een rauwe werkelijkheid van toen maar evengoed van vandaag. Het verhaal heeft nog steeds niet aan actualiteit ingeboet. Daarom mogen de beelden er steeds nieuw uitzien, aangepast aan onze eigen tijd. Ze mogen eruit zien als gehandicapten of als asielzoekers. Ze mogen verwijzen naar de ellende van jonge gezinnen nu: in Gaza of in de OekraYne. Ze mogen wijzen naar mensen die zich in deze dagen eenzaam voelen en die zelfs nauwelijks deel mogen hebben aan de kruimels van onze welvaart.
Het is goed als we onze kerststal opbouwen om de stof van de beelden af te halen. Ze mogen ons elk jaar een nieuw verhaal vertellen. Verhalen van mensen in nood, van mensen op de vlucht, van mensen die nauwelijks middelen hebben om een kinderkamer in te richten. Die mensen roepen ons op om plaats te maken voor mensen, die zo vaak buiten beeld moeten leven, op verlaten en onherbergzame plaatsen. Als die beelden ons die verhalen blijven vertellen dan hebben we de kerststal niet voor niets opgezet. Anders is het verhaal van toen voor niets geweest.
Want dat had toch maar één opzet: een Blijde Boodschap van vrede en toekomst te zijn voor alle mensen van goede wil. En als wij die boodschap nu niet uitdragen, wie dan wel? Wij mogen zo het Kerstfeest tot een zalig feest maken.
Wim Holterman osfs